ASCHWIN:
Vandaag was het dan weer zo ver: ik kon weer eens aan de start verschijnen van een trailrun. En wel in het uiterste zuiden van België, tegen de Franse grens: de Trail des Bosses. Deze trail over 25 km beloofde op hun website een zeer heuvelachtig parcours met een viertal pieken (lees: steile muren!). Volgens mij betekent 'bosses' ook zoiets als 'hobbels', en daar was dan niets van gelogen. De vlakke stukken die we vandaag voorgeschoteld kregen waren meestal ook nog niet eens écht vlak en gingen dan door een zompige wei of een gemaaid maïsveld. Van droge voeten was dan eigenlijk al vanaf de derde kilometer geen sprake meer. Maar het parcours was prachtig. Zeker door de optrekkende mist en de rijp in de bomen en op de grond had het een idyllisch voorkomen. Genieten!
Mijn startnummer. Mooi ook dat ze het land van herkomst erbij
plaatsten. Het was voor vele lopers een reden om onderweg
er een praatje over te beginnen (in hun Di Ropo-Nederlands!).
En het was koud vandaag. De temperatuur schommelde steeds net iets boven het vriespunt. De wegen en bospaden lagen allemaal wit. De plassen in het bos waren bevroren. Hierdoor was het natuurlijk ook erg glad. En al na iets meer dan een kilometer werd dit mij meer duidelijk dan ik zou willen: ik zette mijn voet op een bevroren schuine zijkant van een bospad en voor ik het wist lag ik met een smak op de grond. Een geschaafde knie en veel koude vettige modder rijker vervolgde ik echter wel meteen weer mijn weg. Het leuke bij de trailruns is ook altijd de bekommernissen onderling. Een viertal Franstaligen kwamen om beurten vragen hoe het met me ging. 'Ça va?'. 'Oui ça va, merci'.
In afwachting van de start. Zo lang mogelijk het jasje aanhouden
vanwege de kou en een elegante hoofdband om.
Brrrr, wanneer mogen we nu in het starvak?!
Maar ik had er wél zin in!
Bijna...
Eindelijk! Lekker vooraan opgesteld
(links van die loper in het blauw).
Na die valpartij moest ik uiteraard even weer terug in mijn ritme komen, maar aangezien het nog vroeg in de wedstrijd was, kostte me dat niet veel moeite.
Op die manier kwam ik lekker in de wedstrijd en liep prima van groepje naar groepje. Want ook al was ik vooraan gestart, tijdens de eerste kilometer werd ik door heel veel mensen ingehaald. Mijn benen en vooral mijn voeten waren echter ijskoud en ik liep voor mijn gevoel op planken. Eigenlijk verdween dat pas na die val (misschien was dat ook wel één van de redenen dat ik viel: ik liep te stijfjes, te stram). Op die manier was die val toch nog érgens goed voor!
Zoals gezegd was het parcours op en af. Maar een viertal heuvels moesten met handen en voeten genomen worden. Het waren eigenlijk geen heuvels, maar ware wanden. Wel leuk: glibberen in de vettige klei, een touw pakken om toch boven te kunnen komen en dan eenmaal boven het applaus en de aanmoedigingen van enthousiaste supporters: 'Bon courage!'
Naast de vele Belgen (meesten Waal) waren er ook veel Fransen. Het was natuurlijk ook vlakbij de grens. Maar ook een paar Italianen, een Griek, een Hongaar, een Roemeen, een paar Spanjaarden en Portugezen, enkele Engelsen en een vijftal Nederlanders. In totaal 711 deelnemers (25 en 45 km). Bij de 25 km: 431 lopers.
Na ongeveer een uur lopen kwamen we aan bij een fraaie boerenhoeve. Ik neem aan dat dit halverwege moet zijn geweest, maar zeker weten doe ik dat niet. In één van de stallen van deze hoeve stond een waar buffet klaar voor de lopers. Allerlei stokbroodjes met paté, kaas, ham, verschillende soorten noten, drop, sinaasappelpartjes, bananen, peperkoek en allerlei drankjes. 'Monsieur! Voulez-vous een vin blanc?' En een klein glaasje witte wijn werd me tot mijn verbazing zelfs aangeboden. Dat heb ik wijselijk maar afgeslagen en beperkte me tot een half glas cola. Ik griste van het buffet nog snel een paar plakjes peperkoek mee en vervolgde na een half minuutje alweer mijn tocht.
In het tweede gedeelte van de race ben ik echter tot tweemaal toe verkeerd gelopen, samen met een andere Waalse loper. Hierdoor heb ik in plaats van 25 km een totaal van 27 km afgelegd. Een beetje jammer is dat wel natuurlijk voor mijn klassering. Maar ach, tijdens zo'n trail is het eigenlijk alleen maar leuker dat het er 27 zijn geworden in plaats van 25.
Onderweg, na zo'n 20 km, zag ik een loper op zijn hurken zitten en hij voelde aan zijn linker enkel. In het voorbijgaan vroeg ik of het ging. Hij gaf te kennen van wel, dus liep ik door. Toen ik nog eens achterom keek zag ik een tweetal mannen bij hem stoppen. Waarschijnlijk ook uit bezorgdheid. Maar gelukkig vervolgde hij (strompelend) zijn weg.
Niet lang daarna werd ik ingehaald door een Fransman. Hij verbaasde zich dat ik uit Nederland kwam en maakte grapjes over het landschap; dat dat toch wel vreemd moest zijn voor iemand uit zo'n vlak land. We wisselden wat zinnen uit (hij kende zelfs een aantal Nederlandse woorden) en daarna voelde hij zich blijkbaar verantwoordelijk voor die gekke Nederlander in dit heuvellandschap. Hij ging voor me lopen en achte het noodzakelijk om bij elke greppel of moeilijke passage te roepen: 'Attention! Dangereux!' Een heerlijke kerel.
Uiteindelijk naderden we uit de bossen weer een dorp. Ik was ondertussen iets meer dan twee uur onderweg, dus moest het eigenlijk wel het finishdorp zijn vermoedde ik. En dat was gelukkig ook zo. Ik heb er ongeveer 2 uur en 10 minuten over gedaan (ik was weer eens vergeten mijn stopwatch uit te drukken na de finish, waardoor ik het niet zeker weet). Maar de precieze uitslag zal één dezer dagen wel op de website van de Trail des Bosses verschijnen. Zodra ik 'm weet plaats ik 'm wel op deze weblog.
Maar deze trailrun was er eentje om in te lijsten. Ik heb genoten van begin tot eind (okay, dat valpartijtje was ietsje minder...).
Na afloop stond er weer een buffetje klaar en er bleek ook soep te zijn. En om een beetje op te warmen en bij te komen leek me dat wel een goed idee. Dus stapte ik op een van de vrijwilligers af die achter een grote warme pan stond. 'Soupe?', vroeg ik. Hij lachtte smakelijk en vulde een bekertje voor me. Toen ik het naar mijn mond bracht snapte ik zijn vrolijkheid: het was natuurlijk geen soep dat in mijn bekertje zat, maar een dampende glühwein! Grapjassen daar in Braine-les-comptes...
Die glühwein kwam overigens nog goed terecht hoor: Linda dronk 'm met smaak op! En ikzelf vond één dampende pan verder een heerlijk kervelsoepje. Iedereen blij!
En over Linda gesproken: zij heeft tijdens mijn wedstrijd niet enkel staan wachten. Nee, ook zij had haar trail-outfit meegenomen en heeft heerlijk een uur zelf in de bossen hardgelopen. Ze kon het parcours volgen voor een halfuur en keerde toen weer rechtsom richting de start.
Moe maar voldaan na afloop: inclusief een moddersnorretje!
En na de finish even uithijgen en bijkomen met een paar
stokbroodjes van het buffet...