Er stond veel wind deze ochtend. En tijdens mijn skeelertocht van 18 km merkte ik toch wel een groot verschil tussen het eerste gedeelte (wind tegen) en de weg terug (wind mee). De onderrugspieren en de bovenbeenspieren lieten zich dan ook tijdens de eerste 9 km veel meer voelen dan tijdens de weg terug.
Ik reed uiteindelijk met een gemiddelde snelheid van 21 km/u. Om het verschil tussen de heen- en terugweg aan te geven: het tweede gedeelte lag mijn snelheid gemiddeld op 26 km/u. met als topsnelheid 31 km/u. (gegevens via app 'Smartrunner' op mijn smartphone).
Toen ik zo op 'top'snelheid schaatste, met het geluid van het asfalt onder de kleine wieltjes van mijn skeelers, had ik voor het eerst toch wel een beetje angst voor een valpartij. Ook al heb ik keurig mijn wielrenhelm op als ik op pad ga, een val zou met zo'n snelheid toch flinke schaafwonden op arm en/of benen met zich meebrengen. Maar goed, zolang je je goed blijft concentreren en de vermoeidheid in benen of enkels niet de overhand krijgt, kun je je slagen goed onder controle houden.
Maar er hoeft maar één steentje of takje te liggen en de wieltjes haperen meteen...
Toen ik zo op 'top'snelheid schaatste, met het geluid van het asfalt onder de kleine wieltjes van mijn skeelers, had ik voor het eerst toch wel een beetje angst voor een valpartij. Ook al heb ik keurig mijn wielrenhelm op als ik op pad ga, een val zou met zo'n snelheid toch flinke schaafwonden op arm en/of benen met zich meebrengen. Maar goed, zolang je je goed blijft concentreren en de vermoeidheid in benen of enkels niet de overhand krijgt, kun je je slagen goed onder controle houden.
Maar er hoeft maar één steentje of takje te liggen en de wieltjes haperen meteen...
Aangezien de vakantie van een week vandaag begonnen is, zullen er nog veel fijne sportdaagjes volgen... Skeeleren, hardlopen en fietsen. Wordt vervolgd dus...