ASCHWIN:
Ze hadden gelijk, al die lopers die me hadden warm gemaakt voor de halve marathon van Roosendaal: het is inderdaad een mooie loopwedstrijd met vooral heel veel gezelligheid en Brabantse ambiance. Vooral op de markt van Roosendaal was het een groot feest (uiteraard ook met groot tv-scherm om de voetbalwedstrijd tussen Duitsland en Engeland niet te missen).
We waren al ruim op tijd gearriveerd in Roosendaal, waar pas om 16:30 uur gestart zou worden voor de 21 km. Ideaal om op ons gemakje de markt met zijn vele terrasjes te ontdekken. Natuurlijk nog even geen alcoholische dranken, maar wel heel, heeeel, heeeeeeel veel water en sportdrankjes weggewerkt.
Schaduwplekje op de markt voor de start. Nog even relaxen, met twee 'coole' kids
En die vele drankjes vantevoren waren nodig vandaag. Temperaturen van boven de 28 graden, geen wolkje aan de lucht. Het was voor iedereen wel duidelijk: dit ging geen gewone halve marathon worden. Geen wedstrijd om een PR na te jagen; eerder zorgen dat je heelhuids weer thuis komt... zoiets.
De organisatie deed er dan ook alles aan om iedereen goed voor te lichten over de eventuele risico's van het lopen in dit weer. Ze vroegen bij het afhalen van de startnummers aan iedereen of ze toch niet liever wilden switchen naar de 10 km-wedstrijd, de gelijktijdig van start zou gaan. Velen deden dat, waardoor die 10 km-loop uitpuilde met deelnemers. Ook de 21 km kende veel deelnemers, maar hierdoor toch zeker honderden minder dan vantevoren bij inschrijving genoteerd stonden.
Maar als je veel drinkt vooraf en je hebt het nog niet uitgezweet door het lopen, dan moet je ook veel naar de w.c...! En dat heb ik geweten! Ook tijdens de wedstrijd. Al in het startvak (lekker hoor: stampvol met allemaal oververhitte lopers rondom je in de volle zon, wachtend op het verlossende startschot) voelde ik dat ik eigenlijk toch nog even wat van dat vocht in de toilet wilde achterlaten. Maar ja, dat ging niet meer...!
Het startschot klonk uiteindelijk en we vlogen over de markt weg om via wat straten in het buitengebied van Roosendaal terecht te komen. Ik had voor de start niemand gezien van de Zeeuwse lopers. Ze zouden er toch wel zijn?! Ik had immers een wedstrijd binnen deze wedstrijd te lopen tegen de Witte Kenianen Ingrid en Tom (ze hadden immers op hun loopblog een poll gehouden: wie heeft de snelste tijd in Roosendaal: Ingrid, Tom of Aschwin). Waar liepen ze? Voor me? Achter me? Ik besloot er verder maar niet op te letten en mijn eigen wedstrijd te lopen.
Maar na een kilometer of drie hoorde ik plots iemand gedag zeggen terwijl ik hem passeerde. Het was
Patrick. Ik schrok ervan, want die hoorde natuurlijk wel voor mij te lopen, als hij tenminste er vol voor zou gaan. We maakten even een praatje en ik begreep van Patrick dat hij het rustig aan wilde doen. Hij mikte op een tijd van 1:40. Hij wilde niet forceren met dit weer, gewoon lekker lopen.
Ikzelf had ook wel in de gaten dat mijn oorspronkelijk doel (1:30 uur) lastig zou worden vandaag. Maar ik wilde het toch proberen. Ik liep dus verder en liet Patrick (nog even) achter me.
Op een gegeven moment splitsten de 10 km-lopers zich van de 21 km-lopers. Zij waren bijna aan hun keerpunt en wij doken de polders in. Het was ineens veel minder druk op de wegen. En in de verte zag ik plots
Ingrid voor me lopen. Aha, daar was ze dus! Hiermee had ik een mooi mikpunt en na een kilometer of 7 haalde ik haar in. Op precies datzelfde moment raasde Patrick me ook voorbij! Het was duidelijk: hij had goede benen vandaag en had zijn voornemen om het rustig aan te doen laten varen. Hij ging voor een tijd onder de 1:30 uur.
Ik informeerde even bij Ingrid hoe het ging. Het bleek niet naar wens te gaan. Eigenlijk had ik nog willen informeren naar Tom, maar ik besloot snel om zo lang als mogelijk was Patrick in het vizier te houden en liep naar het groepje voor ons, waar hij deel van uitmaakte.
Langzaam liep hij bij me weg. Het ging net te hard voor me. Maar goed, ik kon toch een aantal kilometers redelijk in zijn spoor blijven. Hij bleef binnen zichtveld, om het zo maar te zeggen.
Maar toen moest ik toch echt een plas-stop inlassen. Ik hield het niet meer! En ja, als je het lang ophoudt, duurt het ook lang voordat je weer klaar bent... Balen! Want hiermee verloor ik ten eerste Patrick uit het zicht, ten tweede kostte het me toch al gauw een half minuutje en ten derde was ik helemaal uit mijn ritme. Het duurde zeker tot een kilometer of 15 vooraleer ik weer het gevoel had lekker te lopen. Zonde.
Tevens had ik in de gaten dat Ingrid vanuit de achterhoede weer aan het terugkomen was. Op de lange polderwegen zag ik haar groepje op een paar honderd meter achter me lopen.
Maar goed, zoals gezegd gingen die laatste 6 kilometers weer best wel aardig. De laatste kilometer door Roosendaal was genieten. Overal klappende mensen. Veel muziek. Met andere woorden: een waar feestje! Hieronder zie je me de markt op komen lopen, de laatste honder meter richting finish.
Kletsnat van het zweet, de bekertjes water en de vele regens van sportieve tuinsproeiers onderweg, liep ik uiteindelijk naar een tijd van 1:37 uur.
Ik kan niet anders concluderen: de halve marathon van Roosendaal (die ze sinds dit jaar de Zomerklassieker noemen) is een prachtige wedstrijd. Ondanks dit extreme weer heb ik er van genoten. En ook de organisatie was top. Waar zie je immers bij een wedstrijd een hele batterij aan mobiele douches staan? Warm water kwam er niet uit de kranen, maar ik denk dat geen enkele douchende loper daar over heeft gemopperd met dit weer!
Heerlijk koud douchen na afloop!