Laat ik beginnen bij het belangrijkste: IK HEB HET GERED!
Ten tweede: je bent gewaarschuwd. Dit wordt géén kort berichtje...
Wat een belevenis zeg, die marathon in Amsterdam. Linda en ik waren al een dag vantevoren afgereisd naar Amsterdam. Op die manier kon ik op de wedstrijddag rustig aan doen, goed ontbijten en lekker op het fietsje naar het Olympisch Stadion rijden waar de marathon om 10:30 uur zou starten.
Maar de belevenis begon eigenlijk ook al een dag eerder. In het hotel waar we verbleven was ik niet de enige loper. Van over de hele wereld leken ze te zijn neergestreken in Amsterdam. Alleen al in ons hotel heb ik lopers uit Luxemburg, Italië, Spanje en Duitsland ontmoet. Vervolgens ging ik ook al de dag vantevoren mijn startnummer afhalen bij de sporthallen nabij het Olympisch Stadion. Ook daar weer een babylonische bedoening. Je hoorde er voor mijn gevoel alle talen van de wereld: engels, duits, italiaans, frans, ijslands, noors, zweeds, spaans, portugees, japans, chinees, afrikaans, nog wat ondefinieerbaar gebrabbel en af en toe, als je heel goed luisterde, spraken ze er ook nog... nederlands! En ook al had ieder zijn eigen taal, ze hadden allen hetzelfde onderwerp: de marathon van morgen. Sport verbroederd, zeggen ze wel eens, en dat is dus ook zo.
Dan de marathondag zelf. We arriveerden een uurtje vantevoren. De beentjes lekker losgefietst, volle goede moed en een voedzaam ontbijt achter de kiezen. Na me even te hebben omgekleed op de tribunes van dit magnifieke oude stadion, verliet ik Linda om me te voegen in het juiste startersvak (vak 3:00 uur tot 3:30 uur) en één te worden met de massa van lopers die ontstond: 7.000 lopers stonden klaar om los te gaan!
Zelf had ik het niet zo in de gaten, maar later zag ik op de foto's terug wat een ongelooflijk gezicht dat was, daar op de atletiekbaan van het Olympisch Stadion. Als bijeengedreven vee stonden al die gespannen koppies daar tussen de hekken, de gehele 400 meter-baan vol.
Slachtvee?
En dan, na drie kwartier gespannen wachten, concentreren en nog meer wachten, klonk het verlossende startschot! Ik had me gedurende die 45 minuten langzaamaan een weg naar voren gebaand zodat ik vlak achter de echte snelle mannen en vrouwen stond. Op deze manier wist ik al na zo'n 20 seconden ook daadwerkelijk onder de startboog door te lopen.
In het zwart met petje: volle concentratie
De luide muziek, het geklap van de volle tribunes, een uitzinnige presentator en al die 7.000 mannen en vrouwen die tegelijkertijd aan hun avontuur beginnen gaf me werkelijk een rilling toen ik het stadion uitliep en begon aan mijn eerste kilometers van de dag.
Even een beetje vaart in dit verslag:
De eerste 21 kilometer ging werkelijk van een leien dakje. Ik liep supergemakkelijk, genoot van elke stap en begon zo halverwege er toch wel een héél goed gevoel over te krijgen. Ook al wist ik dat het na zo'n 30 km voor vrijwel iedereen lastig wordt.
Ik liep zo'n 22 tot 23 minuten per 5 kilometer. Uiteindelijk kwam ik op het 21 kilometerpunt uit op een tussentijd van 1 uur en 33 minuten. En dat was beter dan ik vooraf had gehoopt. Het verbaasde me eigenlijk ook wel, want ik had deze eerste helft constant het gevoel dat ik 'met de rem erop' moest lopen. Ik dwong mezelf om mijn hartslag in de gaten te houden en de eerste helft rustig aan te doen. In de tweede helft zou ik me immers nog genoeg mogen/moeten uitleven...
Maar goed, die tussentijd betekende toch wel dat 3 uur en 15 minuten haalbaar moest zijn. Misschien zou ik ook het tweede deel wel goed verteren en wie weet wat dán nog meer mogelijk zou zijn...!
15 km-punt: genieten!
Voordat ik nog veel meer kon doormijmeren over al die positieve mogelijkheden, sloegen mijn gedachten als bij een donderslag bij heldere hemel op hol: een pijnscheut stak plots in mijn rechterknie na 23 km! Vervolgens leek het alsof er een hele strakke band om die knie werd gespannen en mijn tot dan toe soepele looptred werd verruild door het lopen op een houten been. Een acute stijfheid van mijn rechterknie maakte dat ik vervolgens me bewust werd van elke stap die ik nam (en nog moest nemen: nog 19 km lang!).
Mijn snelheid kelderde naar beneden. Had ik de eerste anderhalf uur enkel maar lopers ingehaald of gevolgd; nu bleken de rollen omgedraaid: één voor één kwamen ze in soepele pas me voorbij gelopen. Wat een ellende...
Linda stond me op te wachten vlak bij het 25-km punt. Ze zag het al van ver dat het niet goed zat. Los van mijn loophouding, die er niet meer florissant zal hebben uitgezien, sprak mijn gezicht vast en zeker boekdelen: onweer!
Enige foto zónder verbeten blik genomen na 25 km...
Daar waar ik me tijdens de eerste helft van de marathon amper bewust was van de kilometeraanduidingen naast de weg, heb ik ze na die 25 km állemaal gezien. En gemerkt ook dat een kilometer best lang duurt. Sterker nog: dat 17 kilometers na elkaar nog véééél langer duren!
Na de zere knie kreeg ik vervolgens pijn in mijn rechterheup (waarschijnlijk door mijn geforceerde loophouding) en toen leek het er werkelijk op dat ik de marathon niet zou kunnen uitlopen. Voor mijn gevoel was alle soepelheid uit mijn lijf verdwenen en liep ik als een houten klaas rond. Linda was een formidabele coach tijdens de laatste 10 kilometer. Met gevaar voor eigen leven trotseerde ze op haar mountainbike het Amsterdamse verkeer en volgde me over fietspad, stoep en berm. Ze praatte me er grotendeels doorheen. Want tijdens die laatste 10 kilometer flitste er vanalles door me heen: 'Dit is het niet waard: ik stop!', 'Verdorie, ik zal de eindstreep halen. Ik heb niet voor niets al die kilometers afgelopen zomer gelopen!' etc. etc.
En dan, na het Vondelpark, eindelijk, eindelijk, eindelijk in het zicht van het Olympisch Stadion. De hoop op 3:15 uur had ik al 10 kilometer geleden laten varen. Mijn bakens waren eerst verzet naar 3:30 uur. En weer later (de laatste 5 km) maakte me die tijd helemaal niets meer uit. Finishen moest ik en finishen zou ik!
Na nog een half baantje in het stadion te moeten lopen (wat kunnen 200 meter nog ver zijn....) kwam ik uiteindelijk na 3:32 uur over de streep!
Binnenkomst in stadion: de laatste 200 meters
Mijn eerste gedachte was: dit nooit meer! Maar nu, anderhalve dag verder, ben ik vooral trots op mijn prestatie en denk ik: 'Eén ding weet ik zeker: deze tijd is zéker te verbeteren!'. Dus na wat rust, ga ik volgend jaar een marathon uitzoeken die ik dan binnen de 3:30 uur zal lopen.
Een eerste marathon is volgens mij altijd één grote ontdekkingsreis. Geniet nog lekker na, 42 km. hardlopen blijft natuurlijk een bijzondere prestatie.
BeantwoordenVerwijderenMooie prestatie Aschwin!
BeantwoordenVerwijderenEn een mooie reportage,die je op de site gezet hebt,met mooie foto's,waarop goed te zien is hoe zwaar het uiteindelijk toch was!
Rust nu maar lekker uit.
Groetjes uit Meerlo
Harry en Ria
Harstikke goed dat je de tweede helft toch nog op karakter heb uitgelopen en dat ondanks de last van de knie en heup met een gemiddelde van zowat 12 km per uur!
BeantwoordenVerwijderenGroeten van je trotse zwager.
Dank je!
BeantwoordenVerwijderen