donderdag 25 februari 2010

Sport en werk

ASCHWIN:

Sporten blijkt een goede invloed te hebben op je werk, zo blijkt maar weer eens uit een onderzoek dat FNV publiceerde.

(klik op strip voor vergroting)

Sporten goede invloed op werk


Ruim de helft van de Nederlanders denkt tijdens het sporten aan het werk en komt al fitnessend op nieuwe ideeën.
Sporters zijn bovendien meer tevreden met hun werk dan niet-sportende werknemers én ze zijn meer bezig met hun loopbaan. Dat blijkt uit een onderzoek van Monsterboard over sport en carrière onder meer dan 12.000 Nederlanders. Ook zijn sportievelingen minder vaak ziek (3 ziektedagen versus 5 ziektedagen). .


Werkgever
Sporten lijkt dus een gunstige invloed op het werk te hebben. Toch maken werkgevers hiervan maar weinig gebruik: de meerderheid van de werknemers (83 procent) geeft aan niet door de baas te worden aangemoedigd om te sporten. Bijna driekwart (74 procent) zou een (financiële) stimulans wel waarderen.

Beloning
Vooral mensen die al sporten, zien het als een positieve beloning voor hun inzet. Bovendien verwacht meer dan de helft (54 procent) dat zo’n stimulans de productiviteit ten goede komt. Ruim 1 op de 2 werknemers ziet graag een beloning in de vorm van korting op een fitnessabonnement, gevolgd door fitnessapparatuur op kantoor (13 procent) en een interne competitie (10 procent).

Prioriteit
Een meerderheid van de respondenten (in totaal 55 procent) hecht veel belang aan hun carrière. Voor sportievelingen geldt dit het sterkst, van de sporters ziet 32 procent een carrière als een van zijn topprioriteiten of zelfs als dé topprioriteit. Bij de niet-sporters is dit 27 procent.

Hoe hoger het inkomen hoe groter bovendien de kans dat iemand sport: van de hogere inkomensgroepen sporten significant meer respondenten dan van de groepen met een lager inkomen.

Een ruime meerderheid van de ondervraagden (80 procent) doet aan sport. 69 procent doet dat minstens twee keer per week. Niet-sporters geven als reden meestal tijdgebrek aan (30 procent).

Populair
De populairste sport is fitness: bijna de helft (46 procent) traint in een sportschool. Dat sporten gebeurt bijna altijd doordeweeks (90 procent), en dan vooral ’s avonds (85 procent). Een klein gedeelte sport ’s ochtends (14 procent) en een enkeling doet dat tijdens de lunch (1 procent). Daarnaast sport 60 procent (ook) in het weekend.

(bron: FNV)

1 opmerking: