ASCHWIN:
Mijn testwedstrijd in Graauw vandaag is geslaagd!
De opkomst was behoorlijk groot. Het feit dat het een memorial-loop was voor de fam. Magnus was daar mede debet aan. Voor de start sprak de dochter nog een paar emotionele woorden voor de overleden vader en moeder Magnus.
Alle afstanden startten tegelijkertijd: de 5,5 km, de 7,7 km en de 15,4 km. Ik vind het dan altijd lastig om in te schatten op wie je moet letten. Waar lopen de 15,4 km-lopers?! Laat ik toch niet een groepje gaan die ik eigenlijk moet volgen? Er blijft dan niets anders over dan gewoon op je gevoel te lopen met af en toe een schuin oog glurend op de hartslagmeter. Ook de tussenmetingen waren niet mogelijk tijdens deze loop door de polders tussen Graauw en de Scheldedijk. Slechts één meetpunt was mogelijk: de 15,4 bestond namelijk uit 2 rondjes. Dus halverwege kon je opmaken of het goed zat, of dat er een tandje bij moest...
Al snel na de start ontstonden er veel verschillende groepjes. Mede door de tegenwind die toch wel stevig en vooral koud was. Ik zag enkele losse lopers en een paar kleine groepjes op kop lopen. Een grote groep die daar weer achter liep en vervolgens de groep waar ik de eerste 5 kilometer in verbleef. Wat er verder achter me gebeurde wist ik natuurlijk niet.
Na zo'n 4 km kwam ik op kop te zitten van mijn groep. Tijdens een afdalingkje van één van de dijken af, viel er een gat achter me. Ik besloot dan ook maar om mijn versnelling door te zetten en me te richten op een tweetal lopers voor me; zij hingen tussen de twee grote groepen in. 1 km later had ik ze bijgehaald. Even nam ik de tijd om op adem te komen om vervolgens middels een kleine versnelling weer een gaatje te slaan met deze twee lopers.
Weer kon ik me richten op lopers die terugwaaiden uit de groep voor me. Ik liep van loper naar loper en het verbaasde me hoe gemakkelijk het ging.
Na één rondje was ik tot op een tiental meters genaderd bij de groep waar ik nu al zo'n 7 km achter liep. Ik zag dat
Tom en Maarten in die groep zaten en finishten. Ikzelf moest nog een rondje. Tot mijn schrik finishte bijna dat gehele groepje! Slechts twee lopers bleven over. Ook al voelde ik op dat moment dat ik tegen mijn grens aan liep, besloot ik toch te versnellen om in ieder geval aansluiting te vinden bij deze lopers. De scherpe koude tegenwind kwam er immers weer aan... Het lukte me dan ook na ongeveer 1 km ze te pakken te krijgen. Weer even de tijd genomen om op adem te komen en vervolgens losten we elkaar doorheen de polder heel goed af. Mijn hartslag begon zich ook weer langzaamaan te herstellen en ik voelde me nog sterk genoeg om weer op zo'n dijkopgang mijn slag te slaan. Ik versnelde en vervolgens moest één van mijn metgezellen een gat laten vallen. Ik bleef nu nog met één loper over. Voor ons liep één eenzame loper en het gat achter ons was behoorlijk groot met de groep die volgde.
'We gaon kop over kop hé, want die wind is verrektes ard!' vroeg mijn Belgische medestander toen ook hij in de gaten had dat we nog maar met z'n tweetjes waren.
De rest van de wedstrijd liepen we inderdaad afwisselend op kop. De achtervolgers kwamen niet meer dichterbij. Helaas kwamen wij ook niet meer in de buurt van de loper voor ons. Op het laatste rechte stuk plaatste mijn Belgische vriend een fikse eindsprint waardoor ik hem voor me over de finish moest laten gaan. Na de streep draaide hij zich om voor een stevige high-five. 'Bedankt éh manneke! Ge zij nen goeien leuper, maor sprinten, dat is MIJN ding!' Ja, dat had ik inderdaad gemerkt...
De klok gaf een eindtijd van 1:04 uur aan. En daar was ik meer dan tevreden mee. Over een afstand van 15,4 km is dat voor mij een mooie eindtijd.
Even nog bracht ik
Edwin na de finish in de kleedruimte in de stress. Edwin had natuurlijk weer geweldig hard gelopen met een eindtijd van 54 minuten. Maar ik had vóór de start gehoord dat het parkoers slechts 14,4 km lang was. Daarom was ik eerst ook niet zo tevreden over mijn eindtijd. Dus vroeg ik hem of hij wist wat nu de precieze afstand was. Wist hij ook niet. Toen ik vertelde dat ik gehoord had dat het slechts 14,4 km was, klonk de teleurstelling ook door bij hem. 'Dat kan bijna niet! Als dat zo is, dan moet ik nog maar eens behoorlijk wat gaan bijtrainen!'.
Maar al snel hoorden we van een paar lopers met GPS-horloge, dat het parkoers 15,39 km lang was. Pfoe, dat luchtte ons allebei behoorlijk op...
Ik merkte tijdens en na de loop dat ik de afgelopen periode toch wel flink getraind heb. De snelheid kon ik goed vasthouden en ik ervaarde geen enkel pijntje aan knieën en heup. Op zulke momenten is dit toch écht één van de mooiste sporten die er zijn!